Leestijd: 3 minuten

Waarom de gevestigde partijen het begrip gebruiken als keurmerk, maar de burger er weinig van terugziet

D66, GroenLinks-PvdA en CDA tooien zich graag met de vlag van de “democratische rechtsstaat”. Het klinkt als een keurmerk van fatsoen. Maar wie hun programma’s leest, ziet vooral meer dwang, meer centrale regie en minder ruimte voor de burger. En juist de partij die door de advocatenorde wordt weggezet als de grootste bedreiging voor de rechtsstaat – Forum voor Democratie – blijkt op veel punten meer vrijheid en directe democratie te verdedigen.

Het keurmerk als schild

De term “democratische rechtsstaat” is in Den Haag een schild geworden. Wie het draagt, hoort bij de redelijke middenmoot. Wie het in twijfel trekt, wordt verdacht gemaakt. Maar een rechtsstaat is geen marketinglabel. Het gaat er niet om wie de mooiste woorden gebruikt, maar wie de burger werkelijk vertrouwt.

D66 noemt zich de partij van de inclusie, wil stemrecht vanaf zestien jaar, de Eerste Kamer afschaffen, een Europese krijgsmacht optuigen en smartphones verbieden op schoolpleinen. Inclusie en diversiteit wordt vertaald naar: de overheid bepaalt wat goed voor je is.

GroenLinks-PvdA gaat nog verder. Klimaatdoelen worden opgelegd als harde verplichtingen. Huiseigenaren moeten isoleren, automobilisten betalen per kilometer, vliegen wordt ontmoedigd met plafonds en belastingen. Ondernemers krijgen quota, burgers hogere vermogensbelastingen. Het ideaal van gelijkheid wordt vertaald naar een samenleving waarin individuele keuzes nauwelijks nog bestaan.

Het CDA klinkt gematigd, maar kiest voor centrale regie op woningbouw, verplichte verduurzaming in de landbouw en meer Europese samenwerking op migratie en defensie. Ook hier geldt: de burger mag meedoen zolang hij zich voegt naar de regels van bovenaf.

FVD en de vrijheid van de burger

En dan FVD. De partij die door de advocatenorde wordt aangewezen als de grootste bedreiging van de rechtsstaat. Maar in hun programma staan bindende referenda, behoud van checks & balances, verzet tegen censuur en tegen Europese centralisatie. Burgers krijgen meer directe invloed, niet minder.

FVD verzet zich tegen digitale ID’s, een Europese digitale munt en leeftijdsverboden voor apps. D66 en GroenLinks-PvdA willen juist meer toezicht, meer regulering en meer beperkingen. Ook in de zorg kiest FVD voor vrijwilligheid: geen QR-passen, geen vaccinatiedwang. De gevestigde partijen verdedigen juist stevige maatregelen en centrale regie.

Waar D66 en GroenLinks-PvdA burgers verplichten tot verduurzaming en rekeningrijden, zegt FVD: laat mensen zelf kiezen. Geen CO₂-heffingen, geen vliegbeperkingen, geen quota voor sociale huur. Vrijheid betekent hier: zelf bepalen hoe je woont, reist en energie opwekt. Boeren moeten volgens D66 en GroenLinks-PvdA halveren in stikstofuitstoot, desnoods via uitkoop. CDA kiest voor een “realistische” maar nog steeds dwingende koers. FVD stelt daartegenover: eigendom en ondernemerschap zijn vrijheden die beschermd moeten worden.

Wie bedreigt de rechtsstaat werkelijk?

De vraag is dus: wie bedreigt de democratische rechtsstaat werkelijk? Is dat de partij die pleit voor directe democratie en minder dwang, of zijn het de partijen die steeds meer macht centraliseren en burgers steeds minder ruimte laten?

Het probleem is dat de term “democratische rechtsstaat” is veranderd van een principe in een wapen. Het wordt gebruikt om tegenstanders te diskwalificeren, niet om burgers te beschermen. Maar een rechtsstaat die als retorisch schild wordt ingezet, verliest zijn geloofwaardigheid.

De gevestigde partijen hebben de democratische rechtsstaat tot keurmerk van fatsoen gemaakt. Maar wie hun programma’s leest, ziet vooral meer regels, meer dwang en meer macht voor de overheid. FVD mag dan fel bekritiseerd worden, het is vaak juist de partij die de burger meer vertrouwt.

En dat is de ongemakkelijke waarheid: de echte bedreiging voor de democratische rechtsstaat komt niet van wie ertegen zou vechten, maar van wie haar als vlag gebruikt om de vrijheid van burgers stukje bij beetje in te perken.

Wie de rechtsstaat wil redden, moet durven zeggen: het is tijd om de burger terug te vertrouwen.

Nieuwsbrief!

Join de annstrikje nieuwsbrief zodat je up to date blijft van de nieuwste columns en analyses. 

Je hebt je succesvol aangemeld!

Share This